pasen

Het Paradijs, Pasen en de maakbaarheid van de mens.

Paradijs

De mensheids-ontwikkeling begint als een sprookje:

Er was eens een tijd waarin mens geen idealen had, geen idealen hoefde te hebben: het Paradijs!

Het Paradijs: de mens, de aarde als een zuiver geestelijk-zijn, niet gematerialiseerd.

Het Paradijs is ideaal in zichzelf: Geen kwaad, dus ook geen vragen over wat goed is; geen ziekte dus ook geen zorgen over gezondheid; geen lelijkheid dus ook geen schoonheidsidealen.

Een ideale toestand vraagt niet om verbetering. De consequentie van het leven in het Paradijselijke is dan ook dat er geen ontwikkeling (nodig) is. Er bestaat geen verleden, er bestaat geen toekomst: er is alleen het heden. Er is geen streven….geen verlangen…

In kosmische ontwikkeling gedacht komen we daar vandaan: uit een geestelijke toestand. Daar gaan we ook weer naar toe. Niet alleen in het grote kosmisch geheel van de aarde-ontwikkeling geldt dat; het geldt ook voor individuele mens: we komen uit de wereld van de geest, het voorgeboortelijke, en vertrekken door de poort van de dood naar een nieuwe geestestoestand.

Tussen geboorte en dood materialiseren we in toenemende mate: hoe buigzaam en rond is de baby en hoe breekbaar en getekend is de oude mens.

Op het moment dat materie ontstaat, ontstaat er een binnen en een buiten. Er is stof, oppervlakte, vorm, er zijn eigenschappen.

Ook bij de mens ontstaat er een verhouding tussen binnen- en buitenwereld: er is huid, er is vorm, er zijn zintuigen: er ontstaat eigenheid.

Materie is in zich eindig en dus nooit ideaal. Er ontstaat een verleden, een heden en een behoefte aan ontwikkeling, toekomst: terug naar de ideale toestand, het verlangen naar de geest.

En samen met idealen, streven en verlangen ontstaan teleurstelling, woede, angst…..

Paradijs en Pasen.

Als symbool voor de verbondenheid van materie en geest wordt het tijdstip van het Paasfeest gekoppeld aan kosmische wetmatigheden ( het feest wordt gevierd op de eerste zondag na de eerste volle maan nadat de zon het lentepunt is gepasseerd).

Pasen maakt ons bewust van het feit dat de mens meer dan alleen materie is.

Christus kwam uit de geest, leed, gaf de geest,…maar overwon de dood en overwon daarmee de materie.

Hij maakt er ons van bewust dat de weg naar vergeestelijking voor ons open ligt, wanneer we hem willen inslaan.

Hij maakt ons ook bewust van het feit dat dat geen gemakkelijke weg is, zelfs geen gemakkelijke weg kan zijn: deze weg gaat in ultimo door de dood heen.

Elke keer, een beetje stervend in ons leven, komen we een stukje dichter bij de geestelijke wereld. Levend sterven, stervend leven, zo ontplooit de geest-mens zich in ons.

Paradijs, Pasen en de maakbaarheid van de mens.

Omdat het materiële nooit een ideale toestand kan zijn ( alle materie verrot, verroest, verwelkt, vergaat, halveert,…) ontstaat een verlangen het materiële te idealiseren. Er ontstaat een verlangen tot wetenschap: dit is het ultieme streven om door de wetmatigheden van de materie te kennen de materie te beheersen en vervolgens weer een ideale toestand maar dan in het materiële te bereiken: de (materiële) dood te overwinnen.

Hiermee zetten we alles in om de materiële ontwikkeling van de mens in alle aspecten te beheersen en dreigt de geestelijke ontwikkeling van de mens te worden vergeten of ontkend.

Dit proces, ingezet vanaf het moment dat de mens als geestelijk wezen materie werd, is nog in volle gang en is op vele manieren in toenemende mate zichtbaar.

Het idee ontstaat dat de mens maakbaar is. Een plastisch chirurg: deze zet met een watervaste markeerstift ideale lijnen op borsten, billen en buik….en schept een ideaalbeeld: een verworden paradijs.

Wat wordt vastgelegd in regels, geeft houvast, materialiseert als het ware. Veiligheid, maakbaarheid. Hoe nauwkeuriger we meten, hoe dichter we bij de kern van het leven komen, denken we. De illusie ontstaat dat het leven beheersbaar en stuurbaar is.

Wanneer we het geestelijke in de mens ontkennen door te denken dat de mens een materieel wezen is waar je, wanneer je weet wat je er in stopt ( input), je ook een meetbare output hebt, dan vergeten we Pasen.

Het leven komt onverwacht, van binnen naar buiten en kan niet van buiten worden toegevoegd: je kan de omstandigheden voor groei en ontwikkeling bevorderen, je kan niet de groei zelf sturen: bemest de plant, zorg voor voldoende water, licht, voor een beschutte plek..

Dat geldt ook voor de ontwikkeling van mensen, van kinderen: je kan geen ontwikkeling toevoegen.

Wat is nu de mest, het licht, het water en de beschutting waardoor kinderen gaan groeien?

Vanuit onze schoolgedachte is

de leerstof mest: een middel tot ontwikkeling, geen doel op zich. Aan de leerstof ontwikkelt zich het kind: het groeit de wereld in.

Het enthousiasme van de leerkracht is het licht: het laat het mooie, het goede van de wereld oplichten en laat het kind als het knopje van een bloem het hoofd oprichten: het wil zich openen, om zich heen kijken en de wereld gaan ontdekken: ontwikkeling, groei.

Eerbied is als water: het verbindt en omspoelt alles, zuivert…..

Door het kind op het juiste moment de juiste voeding te geven, ontwikkelt het zichzelf, leert zichzelf in relatie tot dat wat hem wordt aangereikt ( van de ouders, van de leerkracht, van de medeleerlingen) kennen en wordt een zelfstaand mens, die zich -eenmaal volwassen- in alle omstandigheden kan ontplooien ( stervend levend, levend stervend).

Ik kom nu aan mijn eigenlijke punt, mijn oorspronkelijke vertrekpunt voor het schrijven van dit artikel.

Steeds meer wordt van ons, leerkrachten, (maar niet alleen van de werkers in het onderwijs) gevraagd om alles vast te leggen op papier.

We doen dat dan zo systematisch mogelijk om het eenvormig (leest u het woord en daarmee controleerbaar te maken.

Daarmee wordt het begrip kwaliteit verengt tot kwantiteit.

Wat meetbaar is wordt de norm ( we spreken over opbrengsten van het leren= economisch denken)en daarmee worden de drie van de pijlers van ontwikkeling en groei bedreigd:

leerstof als ontwikkelingsmogelijkheid, eerbied en enthousiasme secundair te worden.

Mijn oproep nu is de volgende:
Laten we vooral in gesprek gaan met elkaar. Laat het levende gesprek gaan over de ontwikkeling van het kind. Laten we eerbied hebben voor de ontwikkeling van het kind, laten we eerbied hebben voor zijn tekortkomingen, handicaps, grote en kleine problemen: zij helpen het kind juist te groeien naar een nieuwe geestelijke werkelijkheid. Laten we in gesprek gaan met elkaar over enthousiasme, over eerbied, ontwikkeling.

Laten we ook de vorderingen van het kind vastleggen, laten we ook handelingsplannen maken.

Maar laten we daarmee niet denken dat we de ontwikkeling van het kind maakbaar en beheersbaar is: we zeggen toch: het kind ontwikkelt zichzelf…… en niet: ik ontwikkel het kind!

Dus leest u goed: dit is geen pleidooi voor het afschaffen van kerndoelen, leerlingvolgsystemen of handelings-plannen.

Dit is wel een pleidooi om lost te komen van de angst die ons doet verstrikt raken in de materie. Dit is een pleidooi om het levende gesprek boven de dode letter te stellen. Dit is een pleidooi om de oncontroleerbaarheid van het leven, van groei en ontwikkeling moedig en met vertrouwen te benaderen.

Christus werd vastgenageld aan het kruis, maar maakte zichtbaar en beleefbaar dat het mogelijk is los te komen van dat kruis en opende daarmee voor ons weer de weg naar vrijheid moed en idealen, niet alleen in de grootsheid van het kosmisch ontwikkelingsproces, maar ook in het leven van alledag.

Ger van Venrooij

Pasen (gedicht)

Als  op een zonnige voorjaarsdag
het gras voor het eerst is gemaaid
-nog niet geurt-
en narcissen zonnegoudglimmend
rijzen uit het verse groen;
Als de zon je licht maakt
maar nog niet warmt;
Als het roodborstje
-jaarlijkse vriend-
op je schop landt:
je vertedert;
Als het eerste zaad is gezaaid,
ontvangen in de vruchtbare schoot
-ritueel-
de ingehouden adem,
de belofte,
het verlangen;
Als je kleinkind naar je toe huppelt
en je een handvol wormen
uit de aangebroken composthoop schenkt
-En ja! We vinden in een hoekje
van de vijver:
Kikkerdril!-
Dan staat je hart op!
Wordt wakker!
Kan niet wachten:
Paaseieren rapen,
handjes zoekend in het gras:
Elke keer een diepe buiging,
uit eerbied voor telkens
een nieuw begin.

Ger van Venrooij

Meisje | Tiliander
Vlinders | Tiliander
Bijen | Vlinders